Bij een goede samenwerking tussen beide ogen (normaal binoculair zien) zal één drie-dimensioneel beeld, gebaseerd op informatie van beide ogen, worden waargenomen.
Er zijn 3 graden van binoculair zien:
- gelijktijdige perceptie: beide ogen ontvangen gelijktijdig een identiek beeld centraal op het netvlies (gele vlek)
- fusie: de twee identieke beelden versmelten in de hersenen tot één beeld
- stereozicht: twee identieke beelden, door elke oog afzonderlijk onder een iets andere hoek waargenomen, versmelten tot één drie-dimensioneel beeld
Scheelzien op jonge leeftijd kan de ontwikkeling van het binoculair zien verstoren waardoor stereozicht vaak niet of slechts zeer beperkt aanwezig is.